Collega 1: Kun je me helpen met deze taak? Ik heb wat advies nodig. (Можешь помочь мне с этой задачей? Мне нужен совет; kun je – можешь ты; me helpen – помочь мне; met deze taak – с этой задачей; ik heb nodig – мне нужен; wat advies – совет).

Collega 2: Natuurlijk, waar gaat het over? (Конечно, о чем идет речь?; natuurlijk – конечно; waar gaat het over – о чем идет речь).

Collega 1: Ik werk aan een project en ik ben niet zeker over de volgende stap. (Я работаю над проектом и не уверен в следующем шаге; ik werk aan – я работаю над; een project – проект; ik ben niet zeker – я не уверен; over de volgende stap – в следующем шаге).

Collega 2: Wat heb je tot nu toe gedaan? (Что ты сделал до сих пор?; wat heb je gedaan – что ты сделал; tot nu toe – до сих пор).

Collega 1: Ik heb de gegevens verzameld en geanalyseerd, maar ik weet niet hoe ik de resultaten moet presenteren. (Я собрал и проанализировал данные, но не знаю, как представить результаты; ik heb de gegevens verzameld – я собрал данные; en geanalyseerd – и проанализировал; maar ik weet niet – но я не знаю; hoe ik de resultaten moet presenteren – как представить результаты; presenteren – представлять).

Collega 2: Misschien kun je een grafiek of een diagram maken om de gegevens visueel weer te geven. (Может быть, ты можешь создать график или диаграмму, чтобы визуально представить данные; misschien – может быть; kun je – ты можешь; een grafiek of een diagram maken – создать график или диаграмму; om de gegevens visueel weer te geven – чтобы визуально представить данные; gegevens – данные; visueel – визуально; weergeven – представлять).

Collega 1: Dat is een goed idee. Welke software raad je aan om te gebruiken? (Это хорошая идея. Какое программное обеспечение ты рекомендуешь использовать?; dat is een goed idee – это хорошая идея; welke software – какое программное обеспечение; raad je aan – ты рекомендуешь; om te gebruiken – использовать; software – программное обеспечение; aanraden – рекомендовать).

Collega 2: Ik raad Excel of Google Sheets aan. Beide hebben goede tools voor het maken van grafieken en diagrammen. (Я рекомендую Excel или Google Sheets. У обоих есть хорошие инструменты для создания графиков и диаграмм; ik raad aan – я рекомендую; Excel of Google Sheets – Excel или Google Sheets; beide – оба; hebben goede tools – имеют хорошие инструменты; voor het maken van grafieken en diagrammen – для создания графиков и диаграмм; tools – инструменты; maken – создавать; grafieken – графики; diagrammen – диаграммы).

Collega 1: Bedankt voor je advies. Ik ga het proberen. (Спасибо за совет. Я попробую; bedankt voor je advies – спасибо за твой совет; ik ga het proberen – я попробую).

Collega 2: Geen probleem. Laat het me weten als je nog meer hulp nodig hebt. (Без проблем. Дай мне знать, если тебе понадобится еще помощь; geen probleem – без проблем; laat het me weten – дай мне знать; als je nog meer hulp nodig hebt – если тебе понадобится еще помощь).

Диалог 5: Оценка производительности

Manager: Goedemorgen, Anna. Laten we uw prestaties van het afgelopen kwartaal evalueren. (Доброе утро, Анна. Давайте оценим вашу производительность за прошедший квартал; goedemorgen – доброе утро; laten we – давайте; uw prestaties – вашу производительность; van het afgelopen kwartaal – за прошедший квартал; evalueren – оценить).

Anna: Goedemorgen. Ik ben er klaar voor. (Доброе утро. Я готова; ik ben er klaar voor – я готова).

Manager: Over het algemeen heeft u uitstekend werk geleverd. Uw inspanningen hebben bijgedragen aan een significante toename van de verkoop. (В целом вы проделали отличную работу. Ваши усилия способствовали значительному увеличению продаж; over het algemeen – в целом; heeft u uitstekend werk geleverd – вы проделали отличную работу; uw inspanningen – ваши усилия; hebben bijgedragen aan – способствовали; een significante toename van de verkoop – значительное увеличение продаж; inspanningen – усилия; bijgedragen aan – способствовали; significante – значительное; toename – увеличение; verkoop – продажа).

Anna: Dank u. Ik ben blij dat mijn werk wordt gewaardeerd. (Спасибо. Я рада, что моя работа ценится; dank u – спасибо; ik ben blij – я рада; dat mijn werk wordt gewaardeerd – что моя работа ценится; werk – работа; gewaardeerd – ценится).

Manager: Er zijn echter enkele gebieden waar u nog kunt verbeteren. Bijvoorbeeld, de tijdige indiening van rapporten kan worden verbeterd. (Однако есть некоторые области, в которых вы можете улучшиться. Например, своевременная подача отчетов может быть улучшена; er zijn echter – однако есть; enkele gebieden – некоторые области; waar u nog kunt verbeteren – в которых вы можете улучшиться; bijvoorbeeld – например; de tijdige indiening van rapporten – своевременная подача отчетов; kan worden verbeterd – может быть улучшена; tijdige – своевременная; indiening – подача; rapporten – отчеты).

Anna: Ik begrijp het. Ik zal eraan werken om dit te verbeteren. (Я понимаю. Я буду работать над этим, чтобы улучшить; ik begrijp het – я понимаю; ik zal eraan werken – я буду над этим работать; om dit te verbeteren – чтобы улучшить это).

Manager: Dat is goed om te horen. Heeft u vragen of suggesties voor ons? (Рад это слышать. У вас есть вопросы или предложения для нас?; dat is goed om te horen – рад это слышать; heeft u vragen – у вас есть вопросы; of suggesties voor ons – или предложения для нас; vragen – вопросы; suggesties – предложения).