Шрифт:
u moet minstens
– powinien Pan byc co najmniej;
twee uur voor vertrek
– dwie godziny przed odlotem;
bij de beveiligingscontrole
– przy kontroli bezpieczenstwa;
uw vlucht vertrekt om 10:00
– Panski lot odlatuje o 10:00;
dus het is het beste om rond 08:00 daar te zijn
– wiec najlepiej byc tam okolo 08:00).
Klant:
Dank u voor de informatie. Heeft u misschien een kaart van het vliegveld?
(Dziekuje za informacje. Czy ma Pan moze mape lotniska?;
heeft u misschien
– czy ma Pan moze;
een kaart van het vliegveld
– mape lotniska).
Medewerker:
Ja, hier is een kaart. U kunt de beveiligingscontrole, gates en voorzieningen erop vinden.
(Tak, oto mapa. Znajdzie Pan na niej kontrole bezpieczenstwa, bramki i udogodnienia;
hier is een kaart
– oto mapa;
u kunt de beveiligingscontrole
– znajdzie Pan kontrole bezpieczenstwa;
gates
– bramki;
en voorzieningen erop vinden
– i udogodnienia na niej).
Klant:
Geweldig, dank u wel! Ik ga nu inchecken.
(Swietnie, dziekuje! Ide teraz sie odprawic;
geweldig
– swietnie;
dank u wel
– dziekuje;
ik ga nu inchecken
– ide teraz sie odprawic).
Dialog 2: W hotelu
Klant:
Goedemiddag! Ik heb een reservering op naam van Jansen.
(Dzien dobry! Mam rezerwacje na nazwisko Jansen;
goedemiddag
– dzien dobry;
ik heb een reservering
– mam rezerwacje;
op naam van
– na nazwisko;
Jansen
– Jansen).
Receptionist:
Goedemiddag, meneer Jansen. Welkom bij ons hotel. Mag ik uw identiteitsbewijs en creditcard zien, alstublieft?
(Dzien dobry, panie Jansen. Witam w naszym hotelu. Czy moge zobaczyc Panski dowod tozsamosci i karte kredytowa, prosze?;
welkom bij ons hotel
– witam w naszym hotelu;
mag ik uw identiteitsbewijs
– czy moge zobaczyc Panski dowod tozsamosci;
en creditcard zien, alstublieft
– i karte kredytowa, prosze).
Klant:
Natuurlijk, hier zijn ze.
(Oczywiscie, prosze;
natuurlijk
– oczywiscie;
hier zijn ze
– prosze).
Receptionist:
Dank u. Uw kamer is op de derde verdieping, nummer 305. Hier is uw sleutelkaart. Het ontbijt wordt geserveerd van 7:00 tot 10:00 in het restaurant op de begane grond.
(Dziekuje. Panski pokoj znajduje sie na trzecim pietrze, numer 305. Oto karta do pokoju. Sniadanie serwowane jest od 7:00 do 10:00 w restauracji na parterze;
uw kamer is op de derde verdieping
– Panski pokoj znajduje sie na trzecim pietrze;
nummer 305
– numer 305;
hier is uw sleutelkaart
– oto karta do pokoju;
het ontbijt wordt geserveerd van 7:00 tot 10:00
– sniadanie serwowane jest od 7:00 do 10:00;
in het restaurant op de begane grond
– w restauracji na parterze).
Klant:
Dank u wel. Kunt u mij ook vertellen waar het dichtstbijzijnde openbaar vervoer is?
(Dziekuje bardzo. Czy moze mi Pan rowniez powiedziec, gdzie jest najblizszy przystanek komunikacji miejskiej?;
kunt u mij ook vertellen
– czy moze mi Pan rowniez powiedziec;
waar het dichtstbijzijnde openbaar vervoer is
– gdzie jest najblizszy przystanek komunikacji miejskiej).
Receptionist:
Ja, de dichtstbijzijnde bushalte is op vijf minuten lopen van het hotel. Ga de straat uit en sla linksaf bij het eerste kruispunt.